De weduwe van hoofdverdachte Arsène Goedertier liet zich kort na het overlijden van haar man naar een gebouw in het Oost-Vlaamse Lede brengen per taxi. Ze had een groot pak bij zich dat volgens de taxichauffeur De Rechtvaardige Rechters bevatte. Dat zegt de zoon van de taxichauffeur, die ik toevallig op het spoor kwam. Hij doet hier voor het eerst zijn verhaal. Als het allemaal klopt (en tot dusver vond ik nog geen enkel bewijs dat het niet klopt), dan is zijn vader de eerste en voorlopige enige getuige die het gestolen paneel nog gezien heeft. Zitten de Rechters in Lede?

De 56-jarige man uit het Gentse, wiens naam ik nog niet kan vrijgeven, vertelt hoe hij in de jaren 60 een gesprek tussen zijn vader en oom hoorde in het huis van die oom in Wetteren. “Mijn vader begon te vertellen dat hij de weduwe van Goedertier vervoerd heeft per taxi toen hij nog taxichauffeur was bij de firma Piscador in Wetteren, een taxibedrijf.”
De taxichauffeur haalde Julienne Minne, Goedertiers weduwe, op in haar woning in de
Wegvoeringstraat in Wetteren. Hij moest bij zijn aankomst daar het achterportier van zijn wagen openen. De vrouw legde een groot pak op de achterbank, met de grootte en vorm van De Rechtvaardige Rechters. “Die dame was in het bezit van één pak, in het zwart gewikkeld – in de tijd was er zo een materie van geweven stof die bewerkt was in pikzwart –, waarvan mijn vader vermoedde dat de inhoud het paneel was.”
In Lede, ongeveer 7 kilometer verder, zette de taxi haar af aan een gebouw dat vandaag nog steeds bestaat. Ze ging er binnen met het zwarte pak. “En hij moest daar wachten. En na een hele tijd is ze teruggekeerd zonder dat pak.” Ze verzocht de chauffeur haar naar het station van Lede te brengen. “En daar is het bij gebleven. In Lede is ze het station binnengegaan, dat heeft mijn vader nog gezien. En waar ze naartoe reed, dat weet mijn vader dus niet. Het leek hem zeer waarschijnlijk dat ze richting Aalst en dus Brussel ging. Want zoniet had ze evengoed gebruik kunnen maken van de taxi om terug te keren naar Wetteren, dat zou minder gekost hebben, want mijn vader, of de firma Piscador moest ze toch betalen om mijn vader te laten terugkeren naar Wetteren.”
Arsène Goedertier is nog steeds de hoofdverdachte van de diefstal van het Lam Gods-paneel. Hij woonde in Wetteren maar kende Lede zeer goed. Hij was daar geboren, en veel van zijn familieleden woonden daar nog, onder meer Hilaire Goedertier, de koster van de Sint-Martinuskerk in Lede.
De diefstal in de Sint-Baafskathedraal in Gent vond plaats in de nacht van 10 op 11 april 1934. Goedertier stierf op 25 november 1934. Volgens de officiële versie nam hij het geheim in zijn graf mee.
Een tweede Lam Gods-paneel dat samen met De Rechtvaardige Rechters gestolen werd, werd op 28 mei 1934 in het Noordstation van Brussel aangetroffen. Het was verpakt in zwart wasdoek.
(Om een toeloop van nieuwsgierigen te vermijden, verkiezen we de exacte plaats waar de weduwe Goedertier met het pak uitstapte nog niet vrij te geven.)